Genealogie
Heijliger Houtepen (VI.24)
Heijliger HOUTEPEN [1], tot zijn huwelijk knecht, daarna landbouwer, gedoopt (RK) op 12-03-1702 te Gilze, begraven op 02-12-1776 te Gilze op 74-jarige leeftijd.
Zoon van Cornelius (Cornelis Peeters) HOUTEPEN (zie V.31) en Machtildis Adriaan (Gieltien) PEETERS.
Gehuwd op 32-jarige leeftijd op 23-05-1734 te Gilze, gehuwd voor de kerk op 23-05-1734 te Gilze (N.H.) met Eva Joannes GOVAERS (Eva Adriaen Driessen), 29 jaar oud, gedoopt (RK) op 28-12-1704 te Gilze-Rijen, overleden op 09-11-1774 te Gilze-Rijen op 69-jarige leeftijd, dochter van Jan Govert ADRIAENSSEN en Cornelia Adriaenssen GOVERTS.
Uit dit huwelijk:
1. | Cornelis [2], tot zijn huwelijk knecht, gedoopt (RK) op 09-04-1735 te Gilze, overleden op 10-06-1796 te Baarle-Nassau op 61-jarige leeftijd. Gehuwd op 43-jarige leeftijd op 10-10-1778 te Baarle met Mechelina Joannes van OPSTAL, 49 jaar oud, geboren te Gilze (Verhoven), gedoopt (RK) op 15-07-1729 te Gilze RK, overleden te Gilze (Hulten) op 71-jarige leeftijd, begraven op 20-08-1800 te Gilze (Hulten), dochter van Jan Antony van OPSTAL en Elisabeth Michiel SCHELLEKENS |
2. | Joannes (Jan Heiliger) (zie VII.21). |
3. | Cornelia [3], gedoopt (RK) op 12-02-1740 te Gilze, begraven circa 1794 te Rijen. Gehuwd op 29-jarige leeftijd op 05-04-1769 met Bernardus (zn v Jacobus) van DONGEN (Vermolen), geboren 1727/1728 te Gilze (Rijen), overleden 1782/1783 te Rijen (Haansberg). |
4. | Michael (Michiel) (zie VII.25). |
5. | Adriaen (zie VII.28). |
6. | Anna Maria (Annemie) [4], gedoopt (RK) op 16-04-1747 te Gilze, overleden op 28-07-1833 te Oosterhout op 86-jarige leeftijd. Ondertrouwd op 08-05-1779 te Gilze, gehuwd op 32-jarige leeftijd op 23-05-1779 te Gilze, gehuwd voor de kerk op 23-05-1779 te Gilze met Pieter (Peeter) van der LINDEN [5], 47 jaar oud, gedoopt (RK) op 29-06-1731 te Oosterhout, overleden V 28-07-1833. Zoon van Cornelis van der LINDEN en Catharina Peter de LAET. |
[1] Achtergrond informatie bij Heijliger HOUTEPEN:
Heijliger verliest al op jonge leeftijd zijn vader. Hij moet op dat moment ongeveer tien jaar oud zijn geweest. Volgens de kohieren van het gemaalgeld woont en werkt Heijliger in 1724 als knecht bij Adriaan Paulus Smolders te Hulten. Van 1725 tot en met 1727 werkt hij thuis en staat hij vermeld als zoon bij de vrouw van Jan Martens de Bruijn op de Haansberg. In de jaren 1728 en 1729 gaat hij als knecht bij Willem Antonij Oomen te Hulten wonen en werken, is hij in 1730 als knecht bij Bastiaan Vermeer op Kerkhof te Gilze werkzaam, maar keert in 1731 wederom terug als knecht bij Willem Antonij Oomen te Hulten. In de periode 1732 tot en met 1733 woont en werkt hij als knecht bij de dochters van wijlen Jan Govert Adriaenssen op de Haansberg. In 1734 trouwt hij met een van deze dochters, Eva, en blijft vervolgens tot aan zijn overlijden in 1776 als hoofdbewoner in het huis van wijlen Jan Govert Adriaenssen op de Haansberg wonen.
(zie kaartje Maria Catharina Puttikhouwer, die in zijn huis geboren is)
Op 7 maart 1765 koopt hij voor f680,00 van de erfgenamen van Peeter Antonissen een groot aantal kavels op de Haansberg en elders in Rijen, te weten: een huis met stal en schuur met zes roeden ondergrond, land en weide op de Haansberg, twee en een half loopensaat land, genaamd het het Akkerske, op de Haansberg, de westelijke helft van circa een bunder inneem, genaamd de Inneem, aan de Langenberg, drie loopensaat uitgestoken putten in de Aelsten, circa twee loopensaat 25 roeden hei in de Krekelhorsten, vier loopensaat beemden en hei, gelegen op de Hooge Made, een loopensaat beemd en uitgestoken putten in de Blokskens, zeven loopensaat land, genaamd de Leege en Hoogen Haansbergakker, de helft van een bunder wei, genaamd de Leege Haensbergsche Weijde, en een half loopensaat bos aan de Broekdijk. Heijliger verklaarde bij deze akte niet te kunnen schrijven.
Na het overlijden van de zus van zijn echtgenote worden de tot op dat moment onverdeeld gebleven vestgoederen van Elisabeth en Eva Jan Driessen op 21 februari 1774 verdeeld door Heijliger als echtgenoot van Eva Jan Driessen en door Nicolaes Bastiaen Janssen als vader van zijn drie kinderen Johanna, Cornelia en Jan. Deze goederen zijn voornamelijk op de Haansberg en in Rijen gelegen. Eva verkrijgt hierbij: de zuidelijke helft van een aanstede, bestaande uit drie loopensaat land en weide op de Hooge Haansberg, de westelijke helft van vijf loopensaat land, een loopensaat land, genaamd Den Wever, twee en een half loopensaat land en weide, vijf loopensaat weide en heide genaamd Den Inneem, de westelijke helft van zes loopensaat land op de Rijense Haansberg in de stede van Jacob van Dongen, drieendertig roede weide alsvoor en de onverdeelde helft van veertien loopensaat beemden en hei, gelegen in de oude molen. Nicolaes Bastiaen Janssen verkrijgt een huisje met de noordelijke helft van de aanstede bestaande uit drie lopensaat weide, en twee kavels land, alles gelegen op de Hooge Haansberg, alsmede zes kavels wei en hei op de Rijense Haansberg, te weten in de stede van Jacob van Dongen, een kavel in de Krekelhorsten, een kavel in de Vliegende Vennen, een kavel achter de Rijense Langenberg, een kavel genaamd het Capiteijnsbosje tegen de Haansbergse leij, en een kavel in de Berkenschoot (RAT 2804R44 f108). Heijliger verklaarde ook bij deze akte niet te kunnen schrijven.
Op 22 januari 1778 wordt de verdeling vastgelegd van de nalatenschap van Heijliger Cornelis Houtepen en zijn echtgenote Eva Adriaen Driessen. Deelgenoten zijn hun vier zonen en twee dochters: Cornelis, Jan, Cornelia (gehuwd met Barent Vermolen), Michiel, Adriaen en Annemie. Hierna is bij de kinderen vermeld wat zij toegedeeld kregen. Jan, Michiel, Adriaen en Annemie behouden bovendien de gehele inboedel, have, bouwgereedschappen en huismeubelen, waarvan Cornelis en Cornelia uitdrukkelijk afstand doen (RAT 2804R45 f72v).
De kinderen zijn verspreid in de regio gaan wonen: de oudste zoon Cornelis trouwt in Baarle-Nassau en gaat daar ook wonen, Jan vertrekt naar Alphen, Cornelia vertrekt na haar huwelijk aanvankelijk naar Dongen, maar komt in 1783 weer in Rijen wonen, Michiel vertrekt naar Gilze en Adriaen en Annemie gaan naar Oosterhout.
[2] Achtergrond informatie bij Cornelis:
Vanaf zijn geboorte tot en met 1759 woonde Cornelis bij zijn ouders in op de Haansberg te Rijen. Daarna is hij van 1760 tot en met 1765 knecht bij Jan Hoevenaars op Verhoven te Gilze en in de jaren 1767 en 1777 is hij knecht bij Sijmon van Bragt, die eveneens op Verhoven woonde.
In 1778 huwt hij te Baarle onder Ulicoten en komt hij niet meer voor in de kohieren van het gemaalgeld te Gilze en Rijen. Op 3 augustus 1782 draagt Cornelis Houtepen voor f 600,00 aan Paulus Leemans over zeven loopensaat land, genaamd de Leege en Hooge Haansbergakker, aan de Broekdijk en de heerbaan, acht loopensaat wei en vijfentwintig roede bos op de Haansberg onder Gilze nabij de Broekdijk (SAO R46 f96v). Cornelis is van deze kavels eigenaar geworden bij de verdeling op 22 januari 1778 van de nalatenschap van zijn ouders. In de op die datum opgemaakte schepenenakte wordt ook melding gemaakt van de verkrijging van de helft van negen loopensaat hei aan de schouwlei alsmede f 265,00. Cornelis en zijn zus Cornelia doen daarbij afstand van de gehele inboedel, have, bouwgereedschappen en huismeubelen (SAO R45 f72v).
[3] Achtergrond informatie bij Cornelia:
Tot 1768 woont Cornelia bij haar ouders in op de Haansberg. In de periode 1768 tot 1781 wordt zij niet meer in de kohieren van het gemaalgeld vermeld. Aangezien haar jongste kind (van de rest weet ik het nog niet) in 1780 te Dongen is gedoopt, is zij waarschijnlijk naar Dongen vertrokken en aldaar met Bernard (Vermolen?) van Dongen getrouwd. Vanaf 1781 tot 1794 blijkt zij volgens de kohieren op het gemaalgeld weer op de Rijense Haansberg in Rijen te wonen, waar zij vanaf 1783 tot 1794 als weduwe wordt aangeduid. Haar vijf kinderen worden ook pas vanaf 1783 vermeld: Antonet wordt tot 1785 voor het halve bedrag aangeslagen, Johanna tot 1786, Antony tot 1789, Eva tot 1788 en Jacoba tot 1792. Antony wordt in 1791 voor het gehele bedrag aangeslagen.
Cornelia verkrijgt bij de verdeling van de nalatenschap van haar ouders op 22 januari 1778 vier loopensaat weide, een loopensaat land, drie loopensaat land, drieendertig roeden weide op de Haansberg en een loopensaat beemd in het Gilzerbroek in de Bloxkens alsmede f 125,00. Cornelia doet in deze akte nog uitdrukkelijk afstand van haar aandeel in de gehele inboedel, have, bouwgereedschappen en huismeubelen. Opvallend is dat haar echtgenoot in deze akte Barend Vermolen wordt genoemd in plaats van Van Dongen (RAT 2804 R45 f72v).
De eerste twee kavels worden door haar op 15 oktober 1781 voor f300,00 aan haar broer Michiel Houtepen overgedragen ter uitvoering van een schepenenkoopakte van 21 september 1781 (RAT 2804 R46 f48). Op 27 oktober van datzelfde jaar leent zij met haar man, Bernaert Jacob van Dongen, van Antonij Boumans f200,00 tegen een rente van 3,5%, waarbij zij hun pas getimmerd huis en stal alsmede de noordelijke helft van een schuur en een halve bunder land en wei op de Rijensche Haensberg tot zekerheid voor de terugbetaling verbinden. Helaas overlijdt Bernaert al in het daaropvolgende jaar. De schuld wordt uiteindelijk op 19 november 1806 afgelost (RAT 2804 R46 f51).
Pas op 17 juni 1789 worden Adriaan van Dongen en Jan (Heiliger) Houtepen als voogd en toeziender over de vijf minderjarige kinderen aangesteld en beedigd door schepenen van Gilze en Rijen. In deze akte worden de kinderen als volgt aangeduid: Antonet oud 19 jaar, Johanna oud 16 jaar, Antonie oud 14 jaar, Eva oud 12 jaar en Jacoba oud 9 jaar, geboren op 25 januari 1780 te Dongen (RAT2804nr12). Op 23 juli 1789 wordt er door hen een publieke verkoop gehouden, ter uitvoering waarvan op 6 oktober 1789 aan Adriaen de Veth voor f405,00 in eigendom wordt overgedragen vijf loopensaat land, genaamd De Kamp, gelegen op de Rijense Haansberg, in die akte aangeduid met Loco Rijen fo 45 en volgens die akte verkregen bij een verdeling van 3 augustus 1780 (RAT 2804 R47 f133v). Waarschijnlijk betreft dit een verdeling binnen de familie Van Dongen. Op diezelfde dag worden aan Jan Roksnoer voor f350,00 de andere twee kavels overgedragen die zij bij de verdeling in 1778 heeft verkregen, te weten de drie loopensaat land op de Rijense Haansberg en de drieendertig roeden weide in deze akte aangeduid met Loco Rijen fo 243 (RAT 2804 R47 f134v). Haar broer Jan Heijliger Houtepen treedt in beide akten op als toeziend voogd over haar in deze akten niet met namen genoemde minderjarige kinderen.
Haar oudste dochter Antonet trouwt op 29 april 1798 te Rijen met Arnoldus Cornelisz van Rijswijk, dagloner, geboren te Rijen op 3 april 1765 en overleden te Molenschot op 17 februari 1811, met achterlating van vijf minderjarige kinderen: Bernardus, Cornelius, Adrianus, Cornelia en Eva. Antonet overlijdt op 9 april 1845 te Rijen.
Haar jongste dochter Jacoba trouwt op 30 april 1809 te Dongen met Henricus Adriaan Anssems.
[4] Achtergrond informatie bij Anna Maria (Annemie):
Annemie woonde vanaf haar geboorte tot aan haar huwelijk op de Haansberg in het ouderlijk huis, afkomstig van haar grootvader aan moederszijde Jan Govert Adriaenssen. Vanaf 1779 woonde zij met haar echtgenoot te Oosterhout. Blijkens de successiememorie was haar laatste woonplaats de stede met huis onder Vraggelen te Oosterhout, wijk K nummer 781. Na het overlijden van haar vader werd op 22 januari 1778 de verdeling vastgelegd van zijn nalatenschap tussen de vier zonen en twee dochters Cornelis, Jan, Cornelia (gehuwd met Barent Vermolen), Michiel, Adriaen en Annemie. Annemie verkrijgt hierbij drie loopensaat land en weide op de Haansberg, twee en een half loopensaat land, en vijf loopensaat weide en heide eveneens op de Haansberg, drie loopensaat uitgestoken putten in de Aelste en twee loopensaet heide in de oude molen alsmede f65,00. Jan, Michiel, Adriaen en Annemie behouden bovendien de gehele inboedel, have, bouwgereedschappen en huismeubelen, waarvan Cornelis en Cornelia uitdrukkelijk afstand doen (RAT 2804 R45 f72v). Op 17 oktober 1792 verkoopt zij met assistentie van haar man aan Willem van Beers datgene wat zij bij de verdeling van de nalatenschap van haar ouders heeft verkregen, zulks voor een koopprijs van f750,00 (RAT 2804 R49 f80v).
Haar dochter Eva trouwt op 25 mei 1820 te Oosterhout met Johannes Bossers, geboren circa 1781, zoon van Aegidius Bossers en Catharina Sprangers. Anna Maria liet als haar erfgenamen achter haar twee kinderen Heijliger en Catharina van der Linden alsmede het minderjarige kleinkind (waarvan de naam overigens blanco is gelaten in de memorie van successie), geboren uit het huwelijk van Jan Dielis Bossers en haar vooroverleden dochter Eva van der Linden, allen wonende te Oosterhout. Anna Maria Houtepen had voorts nog enige kleine beschikkingen gemaakt bij testament op 8 april 1831 bij de destijds te Oosterhout standplaats hebbende notaris Brouwers verleden, welk testament is geregistreerd te Oosterhout op 17 oktober 1833.
Tot haar nalatenschap behoren de navolgende onroerende goederen:
onder Vraggelen een stede met huis en schuur, groot 2 bunderen 26 roeden, hof, werf, dries en zaailand, staande en gelegen te Vraggelen te Oosterhout, wijk K nummer 781, een huis met circa een bunder hof en bouwland, staande en gelegen als voor, vijf kavels zaailand te Vraggelen, groot respectievelijk 50 roeden, 50 roeden, 80 roeden, 1 bunder en 1 bunder, tezamen groot 3 bunder 80 roeden; in de Westpolder drie kavels weiland, respectievelijk groot 50 roeden, 1 bunder 60 roeden en 1 bunder 20 roeden, tezamen groot 3 bunder 30 roeden en een kavel hooi-en weiland, groot 64 roeden; in de Brieltjespolder drie kavels weiland, respectievelijk 50 roeden, 80 roeden en 64 roeden, tezamen groot 1 bunder 94 roeden; in de Vraggelenheide een kavel dennenbos, groot 5 bunders; onder de Houtse Akker vier kavels zaailand en bos, groot 32 roeden, 40 roeden, 32 roeden en 40 roeden, tezamen groot 1 bunder 44 roeden; onder Het Goor een kavel zaailand, groot een bunder; onder de Daames op Vraggelen een kavel zaailand, groot een bunder 40 roeden; in de Voorsten Drijvende Polder een kavel hooiland zijnde kade, groot 2 bunder 26 roeden. Dus in totaal 23 bunder 98 roeden grond (RANB inv.nr. 036.03.11.20 mem.nr.149). Haar zoon Heijliger overlijdt op 21 oktober 1872 te Oosterhout en haar dochter Catharina op 21 november 1879 te Oosterhout.
[5] Achtergrond informatie bij Pieter (Peeter) van der LINDEN:
Peeter leent op 1 mei 1771 f 600,00 van Adriaan de Grandt, notaris en procureur te Oosterhout, waarbij hij een steede met huis aan de Vraggelsestraat te Oosterhout, groot 10 loopzaad 3 roeden 5 voet, verbindt. Deze schuld wordt een jaar na zijn huwelijk door hem op 15 april 1780 afgelost, waarna de schepenschuldbrief wordt geroyeerd (RAT 2006 nr 368 f*).